In een afgelegen boerderij zit ik te waken in een kamertje
naast de slaapkamer van mijnheer en zijn vrouw. Het is
uitzonderlijk dat mijnheer en mevrouw nog samen in hun slaapkamer op de eerste etage
slapen. Meestal wordt een hoog laag bed in de woonkamer neergezet en is er zo de
mogelijkheid voor de terminale uitbehandelde cliënt om de gehele dag tussen de mensen te zijn indien
hij of zij bezoek zou willen. ‘s Nachts zitten wij –van de terminale nachtthuiszorg-
in dezelfde kamer te waken in een gemakkelijke of vréselijk zittende stoel samen
met een schemerlamp. Als er een partner is of andere familie dan is de bovenetage een plek waar ze iets afstand kunnen nemen van het sterfbed/ziekbed van hun dierbare. Hopelijk een goede nachtrust genieten. Moeilijk maar wel een noodzaak, wil je er als familielid niet aan ten onder gaan.
Overdag is niet constant een vepleegkundige, verpleegster of ziekenverzorgster aanwezig, dan ligt de zorg op de schouders van de familie. Vaak is er wel een vrijwilligster Palliatieve Zorg, die iets helpt te ontlasten en uit handen nemen.
Overdag is niet constant een vepleegkundige, verpleegster of ziekenverzorgster aanwezig, dan ligt de zorg op de schouders van de familie. Vaak is er wel een vrijwilligster Palliatieve Zorg, die iets helpt te ontlasten en uit handen nemen.
Bij deze mijnheer en mevrouw is het anders. Ze willen tot
het laatst toe samen slapen. Ik zit in een kamertje ernaast, rechtop in een
tuinstoel, mijn benen kan ik op een krukje leggen. Er staat- heel verleidelijk,
vooral bij slaapgebrek- een bed. Het bed gebruiken? Nee, mag niet, ik doe
waakdiensten. De opgevouwen plaid bovenop gebruik ik wel. Rond drie uur kan het
flink afkoelen, dan is een plaid over mijn benen wel lekker behaaglijk. Op het
bed heb ik een uitstalling van: het Zorgdossier, de Happinez, een schrijfboek,
pennen, broodtrommel, zakje met worteltjes, flesje water, theezakjes, beetje wiener- mélange oploskoffiepoeder, warme geitenharen sokken, toffels, mijn gsm en mijn werkboekje met o.a. de telefoonnummers van
huisartsenpost, achterwacht en hospice. Mevrouw heeft ook wat Libelles voor mij neergelegd. Beneden in de keuken mag ik water koken voor thee en oplossoep. Koffie zetten mag ook.
Ik zit rechtop als een soldaatje op wacht te luisteren. Bij vorige
nachtdiensten hier, klingelde mijnheer heel zachtjes met een belletje als hij
mij - de zuster - nodig had. Op mijn tenen liep ik dan zijn kamer binnen om
mevrouw niet te storen.
Maar vanavond: ‘zuster loop maar gerust de gehele nacht de
kamer in en uit, het gaat niet goed met mijn man. Zelf neem ik een slaaptablet
en hoop eindelijk eens door te kunnen slapen.’ Mevrouw wou ondanks het vaak
tegelijkertijd wakker zijn met haar man, toch beslist niet apart slapen.
In lief en leed geldt bij dit echtpaar echt: ’tot de dood ons
scheidt.’